- Anne-Marie Vangeenberghe
De Pajotse boerentram
Verbinding met Brussel
Tot het eind van de 19e eeuw was het Pajottenland een vrij geïsoleerde streek. De aanleg van enkele tramlijnen bracht daar verandering in. Ze maakten de hoofdstad bereikbaar voor wie in het Pajottenland woonde of werkte, wat de streek versterkte op economisch, sociaal en cultureel vlak.
Hoewel de tram zowel mensen als allerlei goederen vervoerde spreekt men in het Pajottenland nog altijd van ‘de boerentram’. Aanleiding daartoe is het feit dat veel boerkozen, kleine tuinders actief in de streek, hun oogst dankzij de tram rechtstreeks van het veld naar de hoofdstad konden brengen. Dat liet hen toe om daar hun kwaliteitsvolle producten aan de man te brengen.
Er liepen 3 tramassen door de streek: Brussel-Ninove, Brussel-Edingen en Halle-Ninove. De twee laatste lijnen sneden elkaar in Leerbeek. Daar vind je nog altijd de oude hoofdstelplaats en het gerestaureerde stationsgebouw terug.
Geleidelijke teloorgang
Door het groeiend aantal personenwagens en vrachtwagens was de tram vanaf de jaren 1950 niet langer het belangrijkste vervoermiddel in de streek. Ook veranderde de agro-voedingsketen. Het Europees Landbouwbeleid stimuleerde grootschaligheid en monoculturen. Het aantal boerkozen verminderde snel. Voedsel werd steeds meer in supermarkten gekocht. De tram verloor zijn functie. De tramlijnen werden vanaf 1959 geleidelijk aan afgeschaft. De laatste tram reed in 1972.
Ontdek het tramverleden
Op zoek naar het tramverleden? De tramsite Schepdaal herbergt een unieke collectie tramrijtuigen zoals een platte goederenwagon uit 1886, een stoomlocomotief uit 1906 en een open zomerrijtuig uit 1912. Het unieke koninklijke tramrijtuig van Leopold II dateert uit 1896.
Het mag niet verwonderen dat dit een zeer gegeerde site is voor een fotoshoot naar aanleiding van je huwelijk, familiereünie, lentefeest, … Op de website vind je hoe je de tramsite hiervoor kan afhuren.